Toezichtregime

Het belangrijkste criterium voor het toezicht van de provincie is het “reëel en structureel evenwicht”.  Structureel evenwicht houdt in dat de structurele lasten door structurele baten en de incidentele lasten door incidentele baten worden gedekt. Reëel evenwicht wil zeggen dat de wijze waarop het saldo tot stand komt een realistische grondslag heeft. Zo moeten bijvoorbeeld de taakstellingen en bezuinigingen in de begroting concreet zijn uitgewerkt en de haalbaarheid ervan aannemelijk zijn.
Het evenwicht moet in beginsel al bereikt zijn in het begrotingsjaar. Als dat niet het geval is moet de gemeente kunnen aantonen dat dit evenwicht uiterlijk in 2020 bereikt wordt.

We kennen  twee typen toezicht:  repressief en preventief toezicht. Uit de Gemeentewet blijkt dat repressief toezicht regel is en preventief toezicht uitzondering. Repressief toezicht is toezicht achteraf, hiermee kan de uitvoering van besluiten van de gemeenteraad niet worden belemmerd. Bij preventief toezicht is dit wel het geval. De toezichthouder moet dan de begrotingswijzigingen vooraf goedkeuren.
Voor de gemeente Wassenaar geldt repressief toezicht.

Dit begrotingsjaar besteedt de provincie extra aandacht aan de invoering van het nieuwe Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Het BBV is op een aantal belangrijke punten gewijzigd, dit betekent nogal wat voor de gemeenten. De provincie toetst of de wijzigingen van het BBV op de juiste manier zijn doorgevoerd.

In kader van financieel toezicht gemeente nieuwe stijl streeft de provincie naar een situatie van het nemen van verantwoordelijkheid door de gemeenten voor het financieel resultaat (inclusief de opgenomen bezuinigingsmaatregelen) en de financiële positie. Als dat een goede invulling krijgt treedt de provincie meer terug.