Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Uit deze paragraaf blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente Wassenaar uitstekend  is. Daarnaast verhouden de Wassenaarse scores op de wettelijk voorgeschreven indicatoren zich goed tot de normen die VNG hiervoor heeft ontwikkeld.

1. Risico’s
Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Door een goed systeem van risicomanagement kunnen bestuurders en managers vervolgens voor risico’s, die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, passende beheersmaatregelen nemen.

Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel voor 2017 opgesteld. Conform het beleidskader Risicomanagement en Weerstandsvermogen van 2 maart 2015 toont het onderstaande overzicht de tien grootste risico's met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit aangevuld met de getroffen beheersmaatregel. Bij de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit gaan we uit van deze ‘top 10’.
Deze top 10 behelst circa 90% van de totale financiële omvang van de risico’s. Om voldoende dekking hebben voor deze kleinere risico’s, wordt daarnaast een buffer van 10% (van de benodigde weerstandscapaciteit) van de 10 grootste risico’s gehanteerd.

Tabel 12 Top 10 risico’s                                                 (Bedragen x € 1)

Prog

Risico

Gevolgen

Maatregelen

Kans

Maximale impact

Netto maximaal risico

0

Grote afwijkingen na actualisatie beheer- en onderhoudskosten van kapitaalgoederen vastgoed en tractie.

Effect op de doelstellingen is dat niet alle voorzieningen op het gewenst onderhoudsniveau kunnen of worden onderhouden. Financieel is het gevolg dat er budgetoverschrijding plaatsvindt of de budgetten verhoogd moeten worden. Daarnaast is er is kans op imagoschade doordat er geen goed en actueel overzicht beschikbaar is.

Opstellen van beheer- en onderhoudsplannen voor de kapitaalgoederen vastgoed en tractie.

90%

€ 2.000.000

€ 825.000

6

De gemeente is verantwoordelijk  voor het sociaal domein. Door open einde regelingen, afnemende rijksbudgetten en een toenemende doelgroep is het risico dat er niet binnen het geraamde budget de afgesproken kwaliteit in het sociaal domein gerealiseerd kan worden. Onder deze tabel hebben wij nog enkele specifieke risico’s voor 2015 toegelicht.

De afgesproken kwaliteit in het sociaal domein niet kunnen realiseren binnen de gestelde budgetten.

De egalisatiereserve sociaal domein inzetten.

70%

€ 2.300.000

€ 805.000

4

Door intensief gebruik van (verouderde) schoolgebouwen, wordt er niet voldaan aan eisen van deze tijd.

Er moet mogelijk geïnvesteerd worden in schoolgebouwen.

Door middel van een op te stellen Integraal Huisvestingsplan  (IHP) kan in beeld gebracht worden de lange termijn keuzes m.b.t. het in stand houden van schoolgebouwen met de daaraan gekoppelde bedragen.

10%

€ 4.800.000

€ 260.000

7

Bij realisatie of aanschaf van kapitaalgoederen is er geen of onvoldoende aandacht voor de beheerskosten die dit met zich mee brengt.

Financieel is het gevolg dat er geen middelen gereserveerd zijn voor beheer en onderhoud. Het effect op doelstellingen is dat het onderhoudsniveau wordt niet gehaald omdat het onderhoud beperkt of niet uitgevoerd wordt dan wel ten koste van andere objecten gaat. Het imago risico is dat er wel geld is om aan te leggen maar niet om te onderhouden.

Bij realisatie of aanschaf van kapitaalgoederen in kaart brengen wat de beheerskosten zijn en deze opnemen in de begroting.

90%

€ 400.000

€ 145.500

5

Onvoldoende zicht op contractuele/-onderhouds- verplichtingen van (sport) accommodaties.

De gemeente kan geconfronteerd worden met onvoorziene kosten op basis  van deze verplichtingen.

Invoering contractenregister en het opstellen van meerjaren- onderhoudsplannen.

70%

€ 400.000

€ 140.000

6

Door economische ontwikkelingen vindt er een groter beroep plaats op uitkeringsregelingen. De gemeente loopt het risico dat de lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in negatieve zin afwijkt van de landelijke ontwikkeling waardoor de rijksbijdrage te kort schiet.

Effect op de doelstellingen is dat niet iedereen voldoende ondersteund kan worden in het participeren in de samenleving. Financieel is het gevolg dat de gemeente wordt geconfronteerd met budgetoverschrijding.

Extra inzetten op uitstroom en extra inzetten op werkgelegenheid.

90%

€ 227.000

€ 136.200

0

Als gevolg van onder uitputting op de Rijksbegroting, aanpassingen van de verdeelsystematiek of verschillen in de mate waarin de landelijke en gemeentelijke uitkeringsbasis zich ontwikkelen bestaat de kans dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds achterblijft bij de raming.

Effect op de doelstellingen is dat de bezuinigingen een dusdanige omvang kunnen aannemen dat voorgenomen beleids(intensiveringen) niet (volledig) en misschien wel alleen getemporiseerd uitgevoerd kan worden. Financieel is het gevolg dat  er een negatief budgettair effect kan zijn dat ombuigingen / bezuinigingen met zich mee kan brengen.

Het is een autonome ontwikkeling. De ontwikkelingen worden gevolgd en verwerkt in de gemeentelijke begroting.

50%

€ 500.000

€ 125.000

1

Het niet voldoen aan wet- en regelgeving zoals asbest, legionella, werken op hoogte, gevaarlijke stoffen, brandveiligheid e.d. waardoor calamiteiten kunnen optreden.

Het financiële risico is dat er budgetoverschrijding kan plaatsvinden omdat er geen of in onvoldoende mate rekening is gehouden met calamiteit, Effect op doelstellingen is dat er veel aandacht in tijd en geld is om calamiteit het hoofd te bieden, aandacht voor reguliere (beheer)taken is er minder. De gemeente kan imagoschade oplopen als er sprake is van eventuele aansprakelijkheid.

Medewerkers mogelijkheden bieden om zich periodiek te laten informeren en voorlichten over huidige en veranderende wet- en regelgeving; ze te laten trainen op het toepassen en nazien van deze regels en hoe eventuele calamiteiten voorkomen kunnen worden dan wel hoe daar mee om te gaan als ze optreden.

70%

€ 400.000

€ 124.833

7

Risico op wateroverlast door een verkeerd gekozen constructie, fout in berekening of in uitvoering of door klimaatverandering, matig gerealiseerd onderhoud, optreden van grote verzakkingen, vermindering in functionaliteit door gerealiseerde plaatselijke herstelwerkzaamheden.

Er ontstaat wateroverlast op straten en/of in woningen.

Areaalkennis vastleggen, onderhoudsprogramma opstellen en zorgen dat voor dat onderhoud geld gereserveerd is/wordt en tijdig uitgevoerd wordt. Periodiek monitoren van waterstanden en periodiek schouwen op de kwaliteit van wegen, riolering en watergangen. Herstelwerkzaamheden zorgvuldig uitvoeren en bij oplevering werken met 4-ogen principe.

30%

€ 1.000.000

€ 114.000

5

Niet voldoen aan de wettelijke zorgplicht doordat door storm een boom omvalt omdat deze onvoldoende geworteld bleek te zijn.

Imagoschade omdat de gemeente de kwaliteit van de bomen onvoldoende beheert. Financieel risico voor de kosten van herstel en aansprakelijkheid.

Door periodiek uitvoeren van een gezondheidscheck van de bomen (VTA) kan tot uiting komen welke bomen een verminderde levensverwachting hebben. Ook door eigen buitendienstmedewerkers te trainen en kennis op te laten doen over de VTA, kunnen ook gedurende de dagelijkse werkzaamheden de minder vitale bomen opgemerkt worden. Op basis van een VTA bepalen welke actie nodig is. Echter, het risico dat bomen bij een storm omgaan is niet geheel uit te sluiten.

90%

€ 200.000

€ 105.000

Totaal top 10 risico’s (90%)

€ 2.780.533

Buffer voor kleinere risico’s (10%)

€ 278.053

Totaal benodigd weerstandsvermogen (100%)

€ 3.058.586

De volgende risico’s zijn verdwenen uit de top 10 vergeleken met de jaarrekening 2015:

  • Het risico dat door de gekozen heffingssystematiek van de rioolheffing het werkelijk waterverbruik lager is dan geraamd. Het risico is verdwenen doordat er in deze begroting gekozen is om een andere wijze van vaststellen van de tarieven rioolheffing te gebruiken.
  • De kans op minder hoge opbrengsten leges omgevingsvergunningen is sterk verlaagd en daarmee uit de top 10 gevallen. Dat komt doordat de begrote opbrengst bij de begroting 2016 is verlaagd.

2 . Beschikbare weerstandscapaciteit
Een gemeente beschikt over incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves, de langlopende voorzieningen, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves.
De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit. Het is een politieke afweging om te bepalen welke delen van de incidentele en structurele componenten men tot de weerstandscapaciteit wil rekenen.

De raad heeft in de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen” de algemene reserve en de begrotingspost onvoorzien aangemerkt als de beschikbare weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit per 1-01-2017 is als volgt:

Saldo algemene reserve (vrij besteedbare deel) per 1-01-2017

28.364.000

Reserve weerstandsvermogen

8.000.000

Begrotingspost onvoorzien

50.000

Beschikbare weerstandscapaciteit

36.414.000

3. Weerstandsvermogen
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's (en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit) en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.

De raad heeft besloten om minimaal een ratio van 2,0 te hanteren, dit staat voor een uitstekend
weerstandsvermogen. Hierbij wordt de normeringssystematiek voor weerstandsvermogen
gehanteerd, die ontwikkeld is door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in
samenwerking met de universiteit Twente.  Zij hanteren de volgende waarderingstabel ratio weerstandsvermogen.

Tabel 13 Kwalificatie ratio weerstandsvermogen

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

2,0 < x

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x< 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

X < 0,6

Ruim onvoldoende

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Wassenaar is 11,9, conclusie is dat de weerstandscapaciteit meer dan uitstekend is.

4. Financiële kengetallen
De paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing bevat op basis van nieuwe verantwoordingsregels vanaf de begroting 2017 vijf financiële kengetallen. De berekenwijze van de kengetallen is vastgelegd in een ministeriële regeling. Mede op basis van deze kengetallen dient de paragraaf een analyse te geven van de financiële positie van de gemeente. De VNG heeft een aantal normen ontwikkeld om een grofmazige waardering te geven aan deze indicatoren.

Tabel 14 Financiële kengetallen

Indicatoren Wassenaar (%)

Normen VNG (%)

Kengetallen:

Rek. 2015

Begr. 2016

Begr. 2017

"voldoende"

"matig"

"onvoldoende"

1a. Netto schuldquote

-65

-55

-48

< 100

> 100 / < 130

> 130

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen

-72

-61

-54

2. Solvabiliteitsratio

78

69

69

> 50

< 50 / > 30

< 30

3. Structurele exploitatieruimte

-5

-2

-2

> 0,6

< 0,6 / > 0

0

4. Grondexploitatie

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

geen norm

5. Belastingcapaciteit

167

166

165

< 100

> 100 / < 120

> 120

1. Netto schuldquote
De netto-schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van de begroting. Hiermee geeft deze indicator inzicht in de mate waarin de begroting 'vastligt' voor door rente en aflossing. De bovenstaande tabel presenteert hiernaast ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug). Op beide indicatoren scoort de gemeente Wassenaar negatief, dat betekent dar er per saldo geen sprake van een schuld is maar van bezit hetgeen uiteraard meer dan 'voldoende' scoort.

2. Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen (balanstotaal) is gefinancierd uit eigen middelen (eigen vermogen). Wassenaar scoort met 70% volgens deze normatiek meer dan 'voldoende'.

3. Structurele exploitatieruimte
De indicator 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte (structurele baten min structurele lasten) zich verhoudt tot de totale begrotingsbaten. Dit laat zien in hoeverre de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen. VNG waardeert een score hoger dan 0,6 als 'voldoende', een score tussen 0 en 0,6 als 'matig' en een score van 0 of kleiner als 'onvoldoende'. De Wassenaarse begrotingsruimte is binnen deze normen 'onvoldoende'. in de financiële begroting is een uitgebreide toelichting opgenomen over de structurele sluitendheid van de meerjarenbegroting .

4. Grondexploitatie
Het financiële kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de investeringen in grondposities (boekwaarde) zijn ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wassenaar kent geen grondexploitaties derhalve is deze indicator niet relevant.

5. Belastingcapaciteit
De indicator 'belastingscapaciteit' drukt uit hoe de woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zich verhouden tot het gewogen landelijk gemiddelde. Hoge woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde drukken uit in hoeverre de gemeente al de eigen inkomsten aanspreekt en dus ook beperkt is in het verkrijgen van extra inkomsten. Woonlasten onder het landelijk gemiddelde waardeert VNG als 'voldoende', woonlasten tussen het landelijk gemiddelde en 120% hiervan als 'matig' en woonlasten hoger dan 120% als 'onvoldoende'. Bovenstaande tabel laat zien dat de woonlasten in Wassenaar weliswaar hoger liggen dan het landelijk gemiddelde, maar ook dat de ontwikkeling van de woonlasten ten opzichte van 2016 lager ligt dan gemiddeld.

De indicatoren en normen zijn een grofmazig instrument om een uitspraak te kunnen doen over de financiële positie van een gemeente. Als een indicator onvoldoende scoort of meerdere jaren op rij verslechtert, kan dit aanleiding zijn om bij te sturen. De bovenstaande indicatoren met betrekking tot de belastingcapaciteit en de structurele sluitendheid van de begroting behoeven aandacht. De indicatoren met betrekking tot het vermogen verhouden zich zeer goed tot de normen. Daarnaast voldoet Wassenaar ook aan de wettelijke renterisiconorm en kasgeldlimiet voor de financiering (zie de paragraaf financiering bij deze begroting).