Begroting in één oogopslag

In dit hoofdstuk is een toelichting opgenomen op de belangrijkste financiële ontwikkelingen voor 2017 en verdere jaren. Het hoofdstuk bestaat uit twee delen:

  • Exploitatie
  • Vermogenspositie

Exploitatie
De exploitatie geeft een overzicht van de ramingen voor de baten en lasten in het begrotingsjaar 2017 en de drie jaren daarna.

In het programmaplan is  aan het einde van elk programma een tabel opgenomen met de ramingen die betrekking hebben op dat programma en de taakvelden binnen dat programma. In dit hoofdstuk “begroting in één oogopslag” gaan wij niet verder in op de saldi per programma of taakveld, maar bespreken wij de opbouw van het saldo van de totale begroting aan de hand van de actualisatie van het financieel perspectief en het daarbij behorende dekkingsplan.

Actualisatie van het financieel perspectief
Vertrekpunt Kadernota met Perspectief 2017-2020 en Meicirculaire 2016
In de raadsvergadering van 4 juli 2016 heeft de raad de Voorjaarsnota en de Kadernota vastgesteld. De financiële perspectieven hierin hebben wij als vertrekpunt genomen voor de begroting 2017.  Daarnaast zijn de financiële gevolgen van de Meicirculaire 2016 aan de raad meegedeeld in de raadsinformatiebrief van 10 juni (2016Z-25072-WS).

Na vaststelling van de Kadernota, de Voorjaarsnota en de brief over de Meicirculaire hebben tijdens de zomer nog ontwikkelingen plaatsgevonden met invloed op het begrotingssaldo. Het gaat dan om  correcties op bestaande (meerjaren)ramingen en doorwerkingen van eerdere besluitvorming.
In de begroting zijn de raadsbesluiten tot en met 4 juli 2016 verwerkt én alle wijzigingen die daarna noodzakelijk nog waren. In onderstaande tabel 2 zijn alle ontwikkelingen samengevat.

Tabel 2

Bedragen x € 1.000 + is voordeel, - is nadeel

2017

2018

2019

2020

Kadernota zoals vastgesteld door de raad op
4 juli

86.873

262.091

437.493

846.190

WIJZIGINGEN NA KADERNOTA

Verwerking raadsinformatiebrief van 10 juni 2016

-447.909

-453.503

-453.504

-453.584

Saldo bekend bij raad

-361.035

-191.412

-16.010

392.606

Overige mutaties na Kadernota

1. Gemeentefonds:

Extra nadeel 3e mei circulaire aantal verblijfsobjecten

-59.749

-60.010

-59.758

-59.800

Extra nadeel 3e mei circulaire peuterspeelzalen

-52.587

-52.587

-52.587

Algemene uitkering onderdeel VHROSV

33.538

42.474

42.474

Hercalculatie gemeentefonds

47.016

33.350

-368.777

-844.558

Bijstelling vrijval sociaal domein/dekking ten opzichte van de Kadernota

19.634

-86.464

-27.858

-1.459

Totaal gemeentefonds

6.901

-132.173

-466.505

-915.929

Overige mutaties na Kadernota

2. 1%-Indexering belastingen en rechten

111.816

111.816

111.816

111.816

3. BBV: Verlaging  jaarlijks beschikbaar BR KL zwembad

-276.028

-198.045

-183.858

-169.670

4. STOJA ten onrechte structureel verwerkt

102.000

102.000

102.000

102.000

5. Kapitaallasten

42.059

22.058

20.911

147.145

6. Diverse kleine posten

-25.700

58.300

58.300

58.300

Stand begroting vóór dekking

-399.987

-227.456

-373.346

-273.733

Dekkingsplan

Realiseren PM uit Kadernota

7. Accommodaties (incl. huisvesting ambtenaren)

500.000

8. Meer met mensen, minder met papier

90.000

180.000

270.000

Wijzigingen en aanvullingen ten opzichte van dekking uit Kadernota

9. Klimaat en duurzaamheid

25.000

50.000

100.000

10. Beheerplannen

50.000

100.000

200.000

11. Minder verhoging OZB

-563.836

-550.987

-516.980

-499.917

12. Inzet reserve frictiekosten:

Onttrekken uit AR voor reserve frictiekosten

2.500.000

Dotatie aan reserve frictiekosten

-2.500.000

Onttrekking reserve frictiekosten inclusief ingroei taakstelling B plus C

1.050.000

691.667

633.333

TOTAAL DEKKING NA KADERNOTA

486.164

305.680

446.353

570.083

Nieuw saldo na dekkingsvoorstellen

86.177

78.224

73.007

296.350

Hieronder staan de ontwikkelingen uit  tabel 2 toegelicht.

1. Ontwikkelingen gemeentefonds
De meest recente informatie uit de Meicirculaire heeft geleid tot een aanpassing van de ramingen uit de Kadernota. Dit geldt onder andere voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de aantallen verblijfsobjecten.
Ook heeft er op basis van de meest recente informatie een hercalculatie plaatsgevonden van de algemene uitkering. Dit leidt tot een negatieve bijstelling van € 0,8 miljoen in 2020.
Tot slot is er een correctie uitgevoerd op de dekking uit de Kadernota voor wat betreft het sociaal domein.

2. 1% indexering belastingen en heffingen
De belastingen en heffingen zijn verhoogd met de door het Centraal Economisch Planbureau gehanteerde inflatiepercentage. Dit bedraagt voor 2017 1%.

3. Gevolgen voorschriften BBV voor zwembad
In het verleden is een gedeelte van de algemene reserve afgezonderd in een bestemmingsreserve kapitaallasten zwembad. Hieruit werden de rente en afschrijving gedekt.
Als gevolg van de voorschriften uit het nieuwe BBV moeten we omslagrente toerekenen aan investeringen. De omslagrente is op dit moment bepaald op 0%,  in 2016 was dit nog 3%.
Als gevolg van de nieuwe voorschriften mogen we geen rente meer onttrekken uit de reserve en vervalt deze als dekking. Dit betekent een nadeel in de exploitatie.

4. STOJA en overige verschillen
In de begroting is ten onrechte een bijdrage aan STOJA structureel geraamd waar dat incidenteel had moeten zijn. Dit is vanaf 2017 gecorrigeerd en leidt tot een voordeel van € 102.000.

5. Kapitaallasten
In de herberekening van de kapitaallasten is het meerjareninvesteringsplan nog niet verwerkt. Daarom leidt dit nog tot een voordeel.

6. Diverse kleine posten
Tot slot is een aantal kleinere ontwikkelingen samengevoegd in de post “diverse kleine posten”.

Dekkingsvoorstel
Het onderstaande dekkingsvoorstel is een vervolg op de dekkingsvoorstellen die al in de Kadernota zijn verwerkt. Voor het inzicht in het totale financiële beeld van Wassenaar zijn de dekkingsstappen die al zijn gemaakt in de Kadernota hieronder nogmaals aangegeven (tabel 3). De voorstellen uit de Kadernota vormen het uitgangspunt voor de verdere dekking zoals deze in de begroting is verwerkt.

Tabel 3

Dekkingsplan uit Kadernota

2017

2018

2019

2020

Centrale ambtelijke huisvesting

PM

PM

PM

PM

Accommodatiebeleid

PM

PM

PM

PM

‘Meer met mensen, minder met papier’

PM

PM

PM

PM

Intensivering bevordering uitstroom BUIG

PM

PM

PM

PM

Sociaal Domein ‘van curatief naar preventief’

1.200.605

1.118.367

1.055.096

1.006.768

Lastenverschuiving door lagere bijdrage Avalex en BBV

923.836

910.987

876.980

859.917

Verdeling VHROSV (vooruitlopend op Septembercirculaire)

0

0

0

0

Verlaging bijdrage aan BSGR

0

45.000

90.000

90.000

Onbenutte ruimte budget individuele (woon)voorzieningen WMO

165.000

165.000

165.000

165.000

Beschikking vrije ruimte algemene reserve voor IKB

463.547

Ingroei dotaties beheerplannen (wegen&  groen)

560.384

471.922

383.461

295.000

Uitvoering subsidiebeleid

- maatschappelijke stages

30.000

30.000

30.000

30.000

- B plus C

0

33.333

66.667

100.000

Totaal dekkingsplan Kadernota

3.343.372

2.774.609

2.667.204

2.546.685

In deze tabel staat nog een aantal posten geraamd op PM, in de begroting zoals deze nu is opgesteld zijn deze bedragen wel gespecificeerd.

Na besluitvorming over de Kadernota is nog aanvullende dekking in de begroting verwerkt. De toelichting hieronder verwijst naar tabel 2 met de ontwikkelingen ná de Kadernota.

7. Accommodaties (incl. huisvesting ambtenaren)
Bij het uitwerken van de PM post uit de Kadernota wordt de te behalen bezuiniging concreet gemaakt. Voor een belangrijk deel wordt een bezuiniging behaald door het gezamenlijk huisvesten van de werkorganisatie voor de gemeenten Wassenaar en Voorschoten.

Verder vindt in de komende jaren een integrale optimalisatieslag plaats van de vastgoedportefeuille in Wassenaar. Naast het actualiseren van het beheerplan vastgoed kunnen enkele objecten vrijgespeeld en afgestoten worden doordat ze niet binnen het vigerend accommodatiebeleid passen. Ook het beter benutten van de beschikbare m² zal leiden tot het vrijspelen van panden.

Daarnaast speelt een aantal majeure projecten die financieel mogelijk een grote impact hebben op de begroting en derhalve prioriteit moeten krijgen in de besluitvorming, te weten: Buitenplaats De Paauw, Cultureel Centrum de Warenar en de herhuisvesting van het Centrum voor Jeugd en Gezin samen met de School Advies Dienst.

Verwachting is dat de optimalisatieslag van de vastgoedportefeuille ook een structurele bijdrage zal leveren bij het bereiken van de taakstelling.

8. Meer met mensen, minder met papier
De komende jaren willen wij efficiënter omgaan met de ambtelijke capaciteit. Hiervoor hebben wij een aantal concrete plannen met de volgende uitgangspunten:

  • Het beleid kan meer tot stand komen door gebruik te maken van participatie van, en interactie met inwoners van Wassenaar. Hiermee kan al in het voortraject van de beleidsvorming sneller beleid ontstaan dat een breed draagvlak heeft;
  • Binnen de ambtelijke organisatie kunnen we sommige processen beter stroomlijnen met minder bureaucratie. Uitgangspunt moet zijn “in één keer goed”;
  • Het is mogelijk en wenselijk om meer het initiatief te laten aan de samenleving, niet alles wat in Wassenaar plaatsvindt hoeft door ambtenaren te gebeuren. Inwoners kunnen en willen ook veel zelf doen;
  • We maken alleen nog maar beleidsvisies als het college daartoe heeft besloten én er sluitende financiële dekking aanwezig is.

9. Klimaat en duurzaamheid
De raad heeft een ambitieus duurzaamheidsprogramma vastgesteld. Daarin heeft de voorbeeldpositie van de gemeente prioriteit. Naast het doel voor reductie van CO2 is er een bijkomend voordeel ten aanzien van de beperking van energiekosten.
Nu voor de komende jaren het klimaatprogramma wordt uitgerold, voorzien we een structurele bezuiniging op de huidige energiekosten. Als referentiepunt fungeert de energierekening 2015. Anticiperend hierop wordt een taakstelling opgenomen voor reductie van de huidige energiekosten van € 25.000 in 2018 oplopend tot € 0,1 miljoen in 2020.

10. Beheerplannen
We gaan beheer en onderhoud uitvoeren op een structurele wijze, waarbij de beheerplannen worden uitgevoerd. Binnen de plannen voor beheer en onderhoud worden besparingen gerealiseerd door een combinatie van:

  • De verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud over te dragen aan verenigingen of anderen;
  • Burgerparticipatie;
  • Afstoten van het eigendom.

Dit zal in de gehele breedte van het beheer en onderhoud plaatsvinden (landgoederen, groen, accommodaties en openbaar gebied).

11. Minder verhoging OZB
Door beperking van de verhoging van de OZB tot € 360.000, zoals dat is besloten bij de raadsbehandeling van de Kadernota, ontstaat een nadeel ten opzichte van de Kadernota van ruim € 0,5 miljoen.

Tabel 4

Ontwikkeling OZB

2017

2018

2019

2020

Opgenomen in Kadernota

923.836

910.987

876.980

859.917

Gemaximeerd op € 360.000 conform besluitvorming Kadernota

360.000

360.000

360.000

360.000

Verschil te dekken (nadelig)

-563.836

-550.987

-516.980

-499.917

12. Inzet reserve frictiekosten
De structurele bezuinigingen en taakstellingen zoals die hierboven zijn opgenomen kunnen we niet in één jaar volledig realiseren. Daarom is ingroei noodzakelijk. Het verschil tussen de uiteindelijke bedragen en de realiseerbare bedragen op korte termijn passen we kortdurend bij uit de Reserve Frictiekosten. De onttrekkingen uit de Reserve Frictiekosten is daarmee onderdeel van het integrale pakket aan structurele maatregelen dat past binnen het structureel sluitend houden van de begroting.

Conclusie exploitatie
Na dekking is sprake van een oplopend voordeel in de exploitatie van € 86.177 in 2017 tot € 296.350 in 2020.

Vermogenspositie
Doel van deze paragraaf is inzicht te geven in de vermogenspositie van de gemeente. Op basis van de verschillende vermogensbestanddelen kan een oordeel worden gegeven over de verwachte vermogenspositie.

Balans
De balans geeft een overzicht van alle bezittingen en schulden, onderverdeeld in de verschillende vermogensbestanddelen. Hieronder komen de belangrijkste onderdelen aan de orde. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat het een prognose betreft die uitgaat van een geactualiseerde investeringsplanning van maximaal € 4,0 miljoen per jaar. Met het oog op de verplichting een aantal financiële kengetallen te presenteren in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is de opstelling van een meerjarige begrotingsbalans noodzakelijk.

Tabel 5 Geprognosticeerde balans   (bedragen x € 1.000)

Boekwaarde per 31 december

2016

2017

2018

2019

2020

ACTIVA

Materiële vaste activa

Volgens staat C

39.735

38.214

35.915

33.754

31.586

Financiële vaste activa

langlopende uitzettingen

15.000

15.000

15.000

0

0

langlopende leningen u/g

3.829

3.784

3.739

3.694

3.649

deelnemingen

455

455

455

455

455

Uitzettingen < 1 jaar

vorderingen openbare lichamen *

3.430

3.430

3.430

3.430

3.430

Rek Courant met Rijk ***

11.283

7.801

5.233

20.807

22.670

Rek Courant niet financieel *

139

139

139

139

139

Overig *

3.511

3.511

3.511

3.511

3.511

Liquide middelen **

352

352

352

352

352

Overlopende activa *

3.429

3.429

3.429

3.429

3.429

Totaal investeringen

81.162

76.232

71.285

69.649

69.293

PASSIVA

Eigen Vermogen

Algemene reserves

39.264

33.600

32.700

32.700

32.700

Bestemmingsreserves

16.878

19.338

15.635

14.469

14.511

Vreemd Vermogen

Voorzieningen

18.349

16.633

16.299

15.839

15.451

Vaste geldleningen

463

453

443

433

423

Kortlopende schulden < 1 jaar *

3.395

3.395

3.395

3.395

3.395

Overlopende passiva *

2.813

2.813

2.813

2.813

2.813

Totaal financieringen

81.162

76.232

71.285

69.649

69.293

* Voor deze posten die eigenlijk uit de bedrijfsvoering volgen, is uitgegaan van het
tweejaarsgemiddelde van de jaarrekeningen over 2014 en 2015.
** Voor de post liquide middelen is uitgegaan van het maximaal onder het schatkistbankieren aan te houden banksaldo.
*** De ontwikkeling van het financieringssaldo wordt weergegeven in de ontwikkeling van de post rekening courant met het Rijk.

Toelichting op de prognose balans
Activa (bezittingen)

  • De bezittingen bestaan uit materiële en financiële bezittingen (activa). De materiële bezittingen zijn actuele boekwaarden van de investeringen in economische en maatschappelijk nut. De terugloop in de bedragen wordt veroorzaakt door de jaarlijkse afschrijvingen waardoor de boekwaarden dalen.
  • De financiële activa zijn (kort- en langlopende) geldleningen die door de gemeente zijn verstrekt.
  • Het financieringssaldo is als sluitpost opgenomen onder de post rekening courant met het Rijk. Dit is de onder het schatkistbankieren aan te houden bankrekening bij het ministerie van Financiën waar het liquiditeitsoverschot aangehouden dient te worden.

Passiva (eigen en vreemd vermogen)

  • Het eigen en vreemd vermogen vallen onder de passiva. Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserves en de bestemmingsreserves. Het vreemd vermogen bestaat uit de voorzieningen en de schulden van de gemeente (aangetrokken kortlopende en langlopende geldleningen).

Toelichting op het begrip vermogenspositie (robuustheid)
De vermogenspositie wordt bepaald door de bezittingen en schulden van de gemeente te salderen. Het verwaarloosbare bedrag aan schulden betekent dat de bezittingen met eigen vermogen zijn gefinancierd. Er is zelfs sprake van een overschot aan vermogen dat in de posten voor lang en kort uitgezette gelden wordt weerspiegeld.

De vermogenspositie wordt toegelicht door in te gaan op het eigen vermogen (reserves) en het vreemd vermogen (voorzieningen en schulden).

Eigen vermogen (reserves)
Hierna wordt ingegaan op de reservepositie (op hoofdlijnen) en de ontwikkeling hiervan in de periode 2017 – 2020. In het overzicht zijn twee soorten reserves onderscheiden: de algemene reserve en de bestemmingsreserves. De algemene reserve heeft geen vastgestelde bestemming. Het is het vrij besteedbare deel van de reserves. De bestemmingsreserves hebben een door de raad vastgesteld doel en kunnen voor dat doel worden aangewend. Het doel kan door de raad worden gewijzigd.

N.B. Een bedrag van € 8,0 miljoen van de algemene reserve is in de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing bestemd als minimaal aan te houden weerstandsvermogen.
Het totale eigen vermogen daalt in de periode 2017 – 2020 met € 8,9 miljoen.

Tabel 6 Stand van de reserves 2016-2020   ( bedragen x € 1.000)

Prognose per 31 december

2016

2017

2018

2019

2020

Algemene reserve

- Vrij besteedbaar deel

31.264

25.600

24.700

24.700

24.700

- Weerstandsvermogen

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

Totaal algemene reserve

39.624

33.600

32.700

32.700

32.700

Totaal bestemmingsreserves

16.878

19.338

15.635

14.469

14.511

Totaal reserves (eigen vermogen)

56.142

52.938

48.335

47.169

47.211

N.B. Dit overzicht is afgeleid van de hiervoor opgenomen prognosebalans. Omdat daar is uitgegaan van de meest recente verwachte ontwikkeling van de investeringsuitgaven en niet van de oorspronkelijke begroting voor 2016 wijken deze cijfers in de eerste jaren van het perspectief af van de in de financiële begroting en bijlagen opgenomen cijfers. Die zijn namelijk opgesteld op basis van de besluitvorming van de raad.

Vreemd vermogen (voorzieningen)
De stand van de voorzieningen bedraagt per 1 januari 2017 afgerond € 18.349.000 en daalt tot € 15.451.000 per 31 december 2020. De mutaties vinden plaats door geraamde aanwendingen in het kader van het onderhoud van gemeentelijke accommodaties, wegen, riolering. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.

Tabel 7 Verloop voorzieningen 2016-2020   ( bedragen x € 1.000)

Prognose per 31 december

2016

2017

2018

2019

2020

Voorzieningen

18.349

16.633

16.299

15.839

15.451

Vaste geldleningen en kortlopende schulden

De schulden van de gemeente kunnen bestaan uit langlopende en kortlopende geldleningen. Wassenaar heeft een positief financieringssaldo en draagt uit het verleden geen andere vaste schulden met zich mee dan de belegde spaarpremies van de spaarhypotheken van ambtenaren. Kortlopende leningen zijn er niet. Mede gelet op de positieve financieringsvooruitzichten wordt er van uitgegaan dat er geen financiering hoeft te worden aangetrokken.

Tabel 8 Verloop vaste geldleningen 2016-2020   ( bedragen x € 1.000)

Prognose per 31 december

2016

2017

2018

2019

2020

Vaste geldleningen

463

453

443

433

423

Hoe hoog is het bezit belast met schuld?
De solvabiliteitsratio geeft de verhouding weer van het eigen vermogen als onderdeel van het totale vermogen. Wassenaar heeft 69% van de balans met eigen vermogen gefinancierd.
Dit betekent dat de overige 31% van het gemeentebezit is 'belast' met schulden. Hierbij dient men zich te realiseren dat het van die 31% weer 71% bestaat uit door de raad ingestelde voorzieningen voor de bekostiging van toekomstige lasten (voor bijv. onderhoud van de openbare ruimte). De echte schuldpositie bestaat daardoor eigenlijk alleen uit exploitatiegerelateerde posten als crediteuren en andere nog te betalen bedragen.

Tabel 9 Solvabiliteitsratio 2016-2020   ( bedragen x € 1.000)

Prognose per 31 december

2016

2017

2018

2019

2020

Eigen vermogen

56.142

52.938

48.335

47.169

47.211

Totaal vermogen

81.162

76.232

71.285

69.649

69.293

Solvabiliteitsratio

69%

69%

68%

68%

68%

Hoe zwaar drukt de schuld op de begroting?
De netto schuld wordt berekend door de som van de onderhandse leningen, overige vaste schuld, kortlopende schuld en overlopende passiva te nemen en daar de langlopende uitzettingen, kortlopende (debiteuren)vorderingen en uitzettingen, liquide middelen en overlopende activa af te trekken.

Tabel 10 Netto-schuldquote 2016-2020   ( bedragen x € 1.000)

Prognose per 31 december

2016

2017

2018

2019

2020

Netto schuldquote

-55 %

-48 %

-43 %

-45 %

-48 %

Idem gecorrigeerd voor verstrekte leningen

-61 %

-54 %

-50 %

-51 %

-55 %

Als de netto schuld wordt gedeeld door de totale inkomsten (voor bestemming reserves), is het resultaat de netto schuld als aandeel van de exploitatie (inkomsten). Dit kengetal wordt ook wel de netto schuldquote genoemd. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden. Wassenaar heeft een verwaarloosbare schuldpositie en heeft een positief financieringssaldo. Reden waarom de reeks met de netto schuldquote een minteken laat zien. Dit is zeer gunstig.

Weerstandsvermogen
De ratio tussen de benodigde weerstandscapaciteit van € 3,1 mln. en de beschikbare weerstandscapaciteit van € 36,4 mln. is 11,9. Daarmee kan geconcludeerd worden dat de aanwezige weerstandscapaciteit uitstekend is.

Conclusie vermogenspositie
Op grond van de diverse ratio's en het beschikbare weerstandsvermogen kunnen we concluderen dat de vermogenspositie van de gemeente Wassenaar uitstekend is.