Paragraaf grondbeleid

1   Inleiding
Deze paragraaf beschrijft de visie van de gemeente op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen die in deze begroting zijn opgenomen, de wijze waarop het grondbeleid ten uitvoer wordt gebracht. Ook de actuele ontwikkelingen komen aan bod.

De gemeente Wassenaar laat ruimte voor initiatieven vanuit de markt, maar indien een sterker grondpositie onontbeerlijk is, voor een sterke regierol, zal zij gericht strategische (grond)aankopen doen. Faciliteren waar kan en actief waar nodig.

2    Hoofddoelstellingen
Meer concreet kunnen de hoofddoelstellingen van het grondbeleid voor de gemeente als volgt worden omschreven:
Het stellen van (bestuurlijke) kaders:

  • Formuleren van uitgangspunten van het grondbeleid en aangeven van speerpunten.
  • Informeren:
  • Het binnen gestelde doelen van ruimtelijke ordening, structuurvisie en sectorale visies (met inzet van juridische en financiële instrumenten) realiseren van het door de gemeente geformuleerde ruimtelijke beleid;
  • Het kenbaar en transparant maken van het grondbeleid van de gemeente Wassenaar, zowel naar de interne organisatie als naar de ‘buitenwereld’.
  • Faciliteren:
  • Bieden van structuur ten behoeve van de uitvoeringsstrategie van specifieke ruimtelijke ontwikkelingen;
  • Benoemen van de bestuurlijke rolverdeling in de uitvoering van het grondbeleid.

3   Grondbeleid
Het grondbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van de Nota Grondbeleid:
De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Wassenaar. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het “in de markt zetten” van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs.

Dit alles heeft tot doel het voeren van een transparant, eenduidig en integer grondbeleid.

4   Wettelijke/landelijke grondslagen

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro)
  • Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Wet voorkeursrecht Gemeenten (Wvg)
  • Wet Markt en Overheid
  • Gemeentewet (Gemw)

5   Grondexploitaties

Uitgangspunt van de gemeente Wassenaar is dat het saldo van alle grondexploitaties minimaal nul moet zijn. Opbrengsten en tekorten uit grondexploitaties komen ten gunste respectievelijk ten laste van de algemene reserve.

6   Actuele ontwikkelingen

Vennootschapsbelasting (VPB)
Het wetsvoorstel heeft per 1 januari 2016 een belastingplicht geïntroduceerd voor overheidsondernemingen. Het is de bedoeling dat overheden die winst of structureel overschotten realiseren met activiteiten die concurreren met de ‘markt’, VPB plichtig worden. Activiteiten die structureel verliesgevend zijn leiden niet tot belastingplicht. Tussen die twee uitersten ligt een grijs gebied. Dit grijze gebied wordt tussen de belastingdienst en de VNG uitgewerkt. Ook is de gemeente in gesprek met de belastingdienst.

De komende periode zal duidelijk moeten worden wat het effect van de VPB is op de verschillende categorieën en wat het effect is van bepaalde keuzes die gemaakt kunnen worden.

Wijzigingen verslaggevingsregels grondexploitaties
Per 1 januari 2016 is de categorie NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden) afgeschaft. Zolang gronden nog niet in exploitatie zijn genomen worden deze als ‘strategische gronden’ benoemd. Het gevolg hiervan is dat er geen rente en andere kosten, waaronder algemene kosten en ambtelijke uren, aan deze gronden kunnen worden toegerekend. Wassenaar volgt deze systematiek.

De Omgevingswet
Dit betreft een omvangrijke stelselwijziging, waarbij het Omgevingsrecht fundamenteel op de schop gaat. 40 Sectorale wetten 117 algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) en honderden ministeriële regelingen worden vereenvoudigd, versoberd en gebundeld in één samenhangende Omgevingswet. Het doel van deze nieuwe wet is het integreren van alle wetten en regelingen waardoor het eenvoudiger moet worden om projecten op te starten. Deze wet kan effect hebben op de mogelijkheden betreffende het kostenverhaal voor Bovenwijkse, Bovenplanse en de Bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen. Niet langer geldt 2018 als invoeringsjaar. De inwerkingtreding is verschoven naar begin 2019.